JOURNAAL DER REIZE VAN DEN AGEXT VAN NATIONALE OECONOMIE DER RATAAFSCHE REPUBLIEK (A°. 1800).

(Vervolg.)

Ilennepspinnerij, 1 brouwerij, 1 branderij, 1 papiermolen, steenbakkerijen, oliemolen, 1 lijnbaan, 3 korenmolens.

Aardappelen, zaad en boekweit worden door de boeren van de omliggende dorpen hier aangebragt en aan kooplieden verkocht, die ze wijders per beurtschippers op Holland verzenden, gelijk ook eenig hout hier omstreeks wordt geveld.

Hoewel de hennepspinnerij hier niet fabrijkmatig wordt behandeld, vindt echter een groot deel der ingezetenen hierin hun bestaan; de gesponnen hennep wordt naar Amsterdam gezonden. Er plagten voorheen 4 brouwerijen te zijn. De branderij schijnt niet te reüsseren, principaal daarom, dat de monopolisten den genever uit Holland laten komen.

Het voornaamste bestaan der ingezetenen is de landbouw en veeteelt; ieder verbouwt zijne eigene provisie en heeft een koppel koeijen.

Men maakt te Hattem veel conserf van vlier, die met duizende ponden door zeer vele oorden der republiek wordt verzonden, ten welken einde er rondom de stad veel vlier wordt geteeld en voorts eene aanzienlijke quantileit van zes uren in het rond tot zelfs van Meppel alhier wordt aangebragt.

Iedere gezindte bedeelt hare eigene armen ; er bestaat eene provisorij voor de Gereformeerde en eene voor de algemeene armen; het fonds voor ieder hunner wordt gevonden in enkele vaste bezittingen en voorts in collecten, doch is niet toereikende,

I9e DEEL. 3e STUK. 9

Hattem. Falrijhen.

Mandei en scheepvaart.