Mengelwerk.

overwinningen in den krijg, maar aan noeste vlijt, nuttige inrichtingen voor volksverlichting en volkswelvaart, aan de verhevenheid zijner denkwijze en zijner deugden. De adeldom der ziel van een natie verkeft haar in de geschiedenis der menschheid boven andere volken.

Leeren wij onzen leerlingen, dat er zonder gestrengheid van zeden geene inwendige kracht en volharding bestaat. Zij moeten 't als in de geschiedenis aanschouwen, dat, zoolang de volken alle weelderigheid verachtten en, gehard tegen inspanningen , allerlei gevaren trotseerden, zij groot en machtig werden. Weekelijkheid maakt vreesachtig, slapheid van zeden, baatzuchtig. Onze jeugd moet 't weten, dat een volk, dat weinig prijs stelt op de prikkeling der zinnen, een des te verhevener en vrijer geest heeft; het wordt niet door het stof in kluisters geklonken; het kan zijne opmerkzaamheid op iets hoogers vestigen en is sterk door zijn kracht!

Wat echter het volk moet, dat moet ieder afzonderlijk lid des volks willen. Iedereen moet in zijn betrekking tot dit doel medewerken, zonder ziek te bekommeren, of velen dan weinigen hem navolgen. De edelste moet den weg banen voor de overigen.

De kerkelijke scholen mogen trouwe leeken voor de eene of andere kerk vormen, het opvoedingsbeginsel onzer openbare school vormt ware menschenvrienden. De gezindtescholen mogen diensten kunnen bewijzen aan het leger van von Moltke , de neutrale school, met een artikel 23 zoo als bij ons, vormt krijgers voor ware volksverlichting en volksbeschaving, soldaten in den dienst van God, die geen God van deze of gene partij, maar een God des vredes is.

Laten de geloovigen der kerk onvermoeid kunne klaagtonen slaken over de godsdienstloosheid en zedeloosheid onzer scholen, de ervaring zal hen doen zwijgen, de waarheid zal onze triomf zijn. God! onze scholen godsdienstloos en