Boekbeoordeelingen.

afgeschaft krijgt dat „overoud gebruik," in de oogen van de ouders uwer leerlingen misschien daarom hoogst eerwaardig; maar in paedagogisch inzicht staat gij immers hooger dan zij; schaf die rijmpjes af, en zoodra uwe leerlingen genoeg ontwikkeld zijn om zich bewust te kunnen zijn wat zij gevoelen en wenschen op een feestdag, als er dan toch een „brief" moet wezen, laat hen in hunne eigen taal dat neerschrijven, en hebben zij niets te zeggen, och, laat ze dan eenvoudig zwijgen, maar niet nabauwen, wat voor hen onbegrepen klanken zijn. Als de grootvaders en grootmoeders, de neven en nichten zooveel belang stellen in het schrift hunner kleine bloedverwanten, laat deze hun schoolschrift eens mede naar huis nemen. In den normalen toestand waren de schrijvers, toen zij die vervaardigden, en de schriften zijn er immers niet slechter om. Het oordeel er over kan er althans te billijker om zijn.

Maar nu heb ik wel een en ander gezegd naar aanleiding dezer „gedichtjes," maar niet over de „gedichtjes" zeiven. Een paar staaltjes heb ik echter reeds ingevlochten en men zal er uit hebben gezien, hoe hoog hun dichterlijke waarde is te stellen. Uit die proefjes zal men wel hebben kunnen bemerken, dat zij niet hooger staan, dan wat in dit genre vroeger geleverd is. Er zijn er zelfs die veel beter zijn. De kleine verzamelingen van A°. de Jager, van Goethem en enkele anderen misschien staan in mijn schatting hooger.

Maar men pleegt nu eenmaal aan zulk soort van rijmpjes geen hooge eisohen te stellen. Mag dat een reden zijn voor de kritiek om ze goed te keuren? Mag zij daarom het oog sluiten voor regels, als deze:

„Aan grootmoeder allen zegen." „Steeds toenemende gezondheid."