Mengelwerk.

ze in strijd zijn met het ware doel, dat de schoolgymnastiek beoogt.

Men vermij de dus zooveel mogelijk die kunstmiddelen; ladders, ringen, hangbruggen, springbokken, dwarslatten, zweeftoestellen zijn daar eigenlijk niet op hunne plaats. Met een stok ter lengte van het kind, eenige handklossen, een loopplank, een balk, eenige vaststaande en beweegbare loodrechte stokken voor de armbewegingen, zijn voldoende. Een kundig onderwijzer kan daarmede genoeg afwisseling voortbrengen. Op harmonische lichaamsontwikkeling komt het hier slechts aan, en die wordt daarmede ten volle bereikt. Is dit den ouders genoegzaam bekend, dan zal de vrees voor ongelukken bij hen van zelf wijken, omdat de gegrondheid daartoe ten eenenmale wordt weggenomen. Bij al de oefeningen moet overmatige spierinspanning ten sterkste worden vermeden. Kinderen, die zwak en slecht ontwikkeld zijn, verdienen in dit opzicht de meeste zorg. Ook tegen eenzijdige gymnastiek moet steeds worden gewaakt. Er zijn gymnastiek-onderwijzers, die een voorliefde voor sommige bepaalde oefeningen hebben , en deze onophoudelijk of bij voorkeur door hunne leerlingen doen uitvoeren. De oefeningen moeten ook niet te lang achtereen worden voortgezet en behoorlijk met de oefeningen der verstandelijke vermogens worden afgewisseld. Beeds vroeger (blz. 525) hebben wij op het, ondoeltreffende gewezen van kinderen, die 36 uren 's weeks schoolonderwijs genieten, slechts 1 of 2 uren 's weeks gymnastisch onderwijs te geven en dan nog soms onder zeer ongunstige omstandigheden. Daarom hebben wij het wenschelijke aangetoond van een gymnastiekschool naast elke school te bouwen, opdat elke klasse dagelijks en tusschen de schooltijden of bij langer verblijf dan 2 uren in de schooluren, een half tot een uur stelselmatige lichaamsoefeningen kunne volbrengen. Alleen op die wijze toegepast zullen