26 EoeJcbeoordeelingen.

« Gij weet niet, hoe lang gij, door de zon « verlicht, op aarde wandelen zult; doch, « hoe kort deze tijd ook zijn moge, streef «naar deugd en wijsheid, en bid God, « dat Hij u helpe. Hij heeft u geschapen, « mijn Zoon! Gij zijt zijn eigendom; houd « uwe oogen dag en nacht op Hem ge« vestigd, en eindig alle uwe gedachten " « met Hem. Dat Hij uw licht in de duis« ternissen dfezes levens zij, en uw hart « met rust en vrede vervulle. Hebt gij God « uit uw hart verloren, dan is uw inwen» dig leven vernietigd; het wordt duister « in uwe ziel, gij ziet geene bloemen bloeik jen en hoort geene vogelen zingen. Slechts « aan een zuiver geweten en een onschuldig « hart geeft God rust en > vrede ; daarom, « wandel altijd in het aangezigt des Heite ligen, en maak u niet onrein door de « besmetting der ondeugd. Wanneer gij de a verlichtende zon of de zilveren maan en « schitterende sterren aanschouwt; wanneer « gij de bloem op het veld en den worm « in het stof ziet; wanneer gij de wijduitge« strekte zee en het hooge gebergte, het « groene veld en het donkere bosch beft schouwt: denk dan aan den Grooten en « Heiligen, die u en de wereld gemaakt « heeft, en alles met liefde onderhoudt en « bestuurt, enz."

De beide volgende werkjes zijn van 3. a. c. löhr. De kinderschriften van lóhr dragen allen het kenmerk, dat de Schrijver innig gevoelde, voor wien hij schreef. Hij was, in dit opzigt, voor Duitschland, wat SlIEUWOLD en VAN HEYNINGEN BOSCH TOOr ons -

Land