Boehbeoordeelingen,

De geest des tijds en het lager onderwijs, in betrekking beschouwd tot Art. 194 der Grondwet; door R. de Veies, Onderwijzer te Boven -Knijpe. Heerenveen. F. Hessel. 1852. Gr. 8°. II en 50 bladz.

Geene zaak houdt, volgens den Schrijver, do algemecne aandacht meer bezig dan die van de aanstaande regeling van het lager onderwijs. Velen spreken en schrijven daarover. Die belangstelling verschaft stof tot vreugde, maar ook wel aanleiding tot minder aangename gewaarwordingen. Wrijving van denkbeelden verspreidt echter doorgaans licht, en zoo kan ook uit het aangeduide nut ontstaan. —• Deze redenen deden den Schrijver, op aanzoek ook en aanmoediging van mannen, „ om hunne belangrijke betrekkingen in de maatschappij en om hunne bekende kunde" bij hem geacht, besluiten, om in den vorm eener brochure den belangstellenden in het onderwijs aan te bieden, wat aanvankelijk als voorlezing in eene vereeniging van onderwijzers was voorgedragen. De hoofdbedoeling bij hot schrijven van dit stuk was: „ het tegenwoordig onderwijs naar do behoeften van onzen tijd te wijzigen en te veranderen; do gebreken en leemten, die er tot nog toe bestonden, weg te nemen; de vrijheid van onderwijs, door gepaste regeling, voor gevaarlijke toepassing te beveiligen, en de oprigting van sectescholen, die hij, vooral in onzen tijd, voor gevaarlijk beschouwt, door eeno algemeen zedelijkgodsdienstige opleiding, zonder opzettelijk Christelijk onderwijs, zoo veel mogelijk voor te komen, en minder noodzakelijk te maken." Aan den lezer wordt voorts