602

Schoolnieuws.

missiën van onderwijs van alle Provinciën. Het bedroeg voor alle Lagere scholen: den 15 Januarij 397252, waaronder 221343 jongens en 175909 meisjes, den 15 Julij 322958, waaronder 173411 jongens en 149547 meisjes.

Onder deze opgaven zijn tevens begrepen de leerlingen, welke de Avond- en Dagscholen tevens en die welke enkel de Avondscholen bezoeken. Het getal der eersten bedroeg op 15 Januarij 18356, waaronder 12432 van het M. G-. en 5924 van het V. O. dat der laats ten op hetzelfde tijdstip 28134, waaronder 17915 van het M. G-. en 10219 van het V. G-., waaruit volgt dat op 15 Januarij 46490 leerlingen de Avondscholen bezochten. Hun getal bedroeg op 15 Julij slechts 25158; hiervan bezochten 10262, waaronder 7084 van het M. G-. en 3178 van het V. G-., tevens de Dagscholen en 14896, waaronder 8389 van het M. G-. en 6507 van het V. G. enkel do Avondscholen. Hierbij valt echter op te merken dat voor de Provincie Gelderland slechts het geheele getal avondleerlingen bekend is en geen onderscheid is gemaakt tusschen hen die de Dagscholen tevens en die enkel de Avondscholen bezochten.

De leerlingen op alle Lagere scholen stonden op 15 Januarij tot de bevolking des Rijks op 1 Januarij 1845, als 131,0, tot die op 1 Januarij 1851, als 129,2; op 15 Julij tot do bevolking op 1 Januarij 1845, als 106,9, tot die op 1 Januarij 1851, als 105,1 tot de 1000 zielen; zoodat in den winter ruim één achtste, in den zomer meer dan één tiende der bevolking onderwijs genoot op de Lagere scholen. Voorts blijkt hieruit, dat ruim vier vijfde der leerlingen, 81 op de 100, de Lagere scholen in den zomer bezochten en dat het verschil voor de jongens (iets meer dan 78 op de 100) grooter was dan voor de meisjes (85 op de