Boehbeoordeelingen.

waar de gebeurtenissen van 1672 en later opgeteld worden in éénen adem, en in een zoo langen volzin, dat wij bij 't lezen inderdaad den adem verloren. Doch dit een en ander zijn kleinigheden. Wij herhalen het: met belangstelling hebben wij de hoofdtrekken der geschiedenis van Drenthe in dit boekje nagegaan. Over sommige meer belangrijke personen en gebeurtenissen, zoo als over Rudolf van Coevorden en zijne veten tegen de Bisschoppen, zoo ook over de kloosters in Drenthe, is de S. vrij uitvoerig. Ook over den imvendigen toestand des lands, over regterlijke en maatschappelijke aangelegenheden, deelt hij hier en daar wetenswaardige bijzonderheden mede. Misschien ware het in een werkje voor de jeugd, waarin telkens van leen en erfelijk leen gewaagd wordt, niet overtollig geweest, eene korte en voor kinderen vatbare uiteenzetting van het leenstelsel aan te treffen, gelijk onder anderen in van Lenneps Voornaamste geschiedenissen van Noord - Nederland enz. gevonden wordt. Ook heeft het ons eenigzins bevreemd, dat de S. niet wat meer heeft doen uitkomen de onregtvaardige behandeling, door Drenthe in vroegere tijden ondergaan, bij de herhaalde weigering der Algemeene Staten, om de rogten van het landschap, als lid der Unie, te handhaven, en aan de afgevaardigden vandaar zitting te verleenen ter hooge staatsvergadering. Doch welligt achtte de S. het ongepast, die oude grieven weer op te halen.

Wij eindigen ons verslag met eeae volmondige aanprijzing van dit schoolboek, en met den wensch, waarmede de S. zelf zijn werk eindigt, dat „ de Algoede de Provincie Drenthe in ontwikkeling doe toenemen, opdat zij éénmaal worde, wat zij eigenlijk worden kan."