EEN BOEK OP DE GRENS

hij zich niet in een ivoren toren heeft afgezonderd en de zuivere menschelijkheid en de levensechtheid zijner sujetten kunnen daar slechts bij winnen.

Toen, een goede dertig jaar geleden, „Zwervers" van Gerard van Hulzen het licht zag, heeft Kloos de verschijning daarvan een datum in onze kunst genoemd. Men bedenke daarbij, dat het zoogenaamde „realisme" op dat oogenblik aan de orde van den dag was en dat ieder jongmensen, dat oogen in zijn hoofd heeft, meende, dat hij óók als auteur moest worden beschouwd, zoo hij maar, — zooals Kloos zich uitdrukte, — een beetje meer levendig dan een catalogus-maker weergaf alles wat hij zag of hoorde. Toen kwam van Hulzen met zijn realistische kunst van iemand die een visie heeft en die visie vlekkeloos wist uit te zeggen en hij toonde zich met zijn „Zwervers" een auteur die precies datgene ziet wat hij zien moet en tegelijkertijd ook datgene voelt, wat hij ziet met het echte, het waarachtige gevoel, uit het geval zélf geboren. We willen niet beweren, dat al het latere werk van van Hulzen op deze hoogte heeft gestaan, maar „De Kinderen der Rijken" doet toch vaak denken aan die uitnemende schetsen van jaren geleden en niet minder aan dat ontroerend stuk menschenleven, dat in zijn roman „Getrouwd" werd uitgebeeld.

Als van Hulzen over menschen gaat schrijven, als het over zwervers, machteloozen of over kinderen van rijke ouders is, dan heeft hij zijn sujetten geruimen tijd met hart en hersens geobserveerd. Hij dringt door met volkomen objectief gehouden en krachtig meêvoelen in het zieleleven der figuren zijner innerlijk en uiterlijk goedgeziene schepping. Hij laat het den lezer zien, gelijk het werkelijk is, zonder in lyriek te vervallen, maar juist door tal van kleine trekjes en toetsjes, waardoor hij het echte, algemeen-menschelijke in zijn figuren zoo scherp accentueert, gelijk in de Kinderen der Rijken, die ons als waarlijk-levende figuren voor den geest komen. Dit is inderdaad „trouw het leven teekenende kunst"; er zijn niet zoo heel veel auteurs in ons land, die uit de brokjes van het alledaagsche leven datgene weten te halen dat aan de vertoo-