DE BEDROGENE

door

CHARLES VAN IERSEL.

(Vervolg)

En hare stem, die in een paroxysme van woede steeds luider en toorniger geklonken had, en op het laatst geheel schor bijna krijschie, verstikte in hare opgewondenheid, die opeens al haar bloed naar haar bleek gelaat dreef.

Ik vermocht niet meer te onderscheiden of deze kijvende, scheldende vrouw eene deerne of een dame was; ik zag alleen, dat zij in en door hare woede steeds schooner werd, en met hare van haat flonkerende en vlammende oogen, waarin de blik van een onstilbaren wraakdorst schroeide, als een Nemesis mij verscheen. Onwillekeurig, daar ik als gehypnotiseerd starende in hare blikken, deze onder den dwang harer woede en verachting eindelijk wel volgen moest, zag ik naar den heer de R. Het scheen echter, dat de oude man in den loop van zijn huwelijk gelegenheid had gehad zich volkomen te gewennen aan dergelijke uitbarstingen van toorn en vertwijfeling; hij at tenminste rustig verder van de weeke, uitgezochte stukjes vleesch,