ZONDAGSDIENST

95

goed zou ik er geen prijs op stellen," meent de volontair, „maar als je een jaar of twee zoo derde of tweede redacteur geweest bent is de kans grooter om aan een „echte krant" te komen. Liever nog redacteur of verslaggever aan een groot dagblad, dan zelfs baas van zoo'n provinciaal blaadje."

'n Tikje geringschatting heeft hij wel voor zoo'n hoofdredacteurschap en de kleine blaadjes beschouwt hij slechts als doorgangshuizen naar de groote kranten. Als je journalist wordt om altijd in de branding der gebeurtenissen te staan, om de volheid van het maatschappelijk leven van dichterbij te zien, dan kan je je niet begrijpen dat iemand zich tevreden stelt met een buiten den stroom gelegen post, waar men het binnen- en buitenlandsch gebeuren uit andere kranten haalt en waar de plaatselijke journalistiek zich bepalen moet tot de microscopische politiek van het gemeenteraadje, dilettantistische kunst van stadgenooten, Nutslezingen, politieberichten en 'n paar provinciale belangen. Maar als je jong bent zie je de dingen ook niet in hun juiste verhoudingen. Dan oordeel je over twee dingen die je vergelijkt, en het eene ken je, maar begrijp je nog niet en 't andere ken je niet en zie je als 'n ideaal. Zoolang de werkelijkheid je nog niet belet om in je toekomstdroomen voor jezelf een eersterangsplaats in het leven te reserveeren, kan je je niet indenken dat er menschen zijn, die liever de eersten onder de kleinen dan de laatsten onder de grooten zijn.

Neen, dat hoofdredacteurschap begeerde m'n jonge vriend niet. Terwijl in het rustige stadje de Zondag onder 'n kopje thee alweer oud begon te worden, terwijl de voetballers uitgespeeld raakten op hun groene velden, en de menschen over stoffige wegen stadwaarts slenterden, vluchtte de volontair in den geest weg van zijn ouden kantoorstoel en z'n radiotoestel, weg uit het slapende grijze krantengebouw, naar een journalistiek betere toekomst in een grootere stad met grootere verhoudingen.

Het kleine provinciestadje bleef met zijn grauwe straten en zijn blauw en rood gedekte oude huizen, opeengedrongen om den eenzamen hoogen toren, vergeten achter, daar in de