HET AVONTUUR VAN MEVR. VAN HOOVEN

in haar prachtige limousine met den onberispelijken chauffeur achter het stuur.

Sedert een paar dagen echter was Julie van Hooven weer in haar luxueuse woning teruggekeerd. Lusteloos lag ze in haar boudoir op de chaise longue en staarde naar het rose zijden plafond boven haar.

Ze moest toch iets beginnen, iets doen. Zóó kon het toch niet gaan. Zou ze alleen een autotocht gaan maken, ze kon toch ook zelf chauffeeren? Neen, dat lokte haar niet aan. Ze lag nog een poosje na te denken, en plotseling glimlachte ze.

Ha, nu had ze het gevonden.

Mevrouw van Hooven sprong op en liep een paar maal diep ademend het vertrek op en neer. „Wat heerlijk, dat ik nog zoo jong ben," dacht ze en keek in den spiegel dien ze voorbij ging. „Mooi was ze ook nog, zeker, al was ze dertig." Wijlen haar man was twintig jaar ouder dan zijn vrouw. Zij was zijn koninginnetje geweest.

Even bleef mevrouw van Hooven staan. „Ach, die lieve, goeie Hans, ze miste hem heel erg."

Peinzend liep ze naar het telefoontoestel, dat verscholen stond onder een klein antiek kastje. Ja, dat telefoonkastje, dat was nog het laatste cadeautje van Hans geweest. Julie nam het sierlijk omhulseltje op en vroeg een nummer aan.

„Kunt u direct komen?.... Bij mevrouw van Hooven?"

Ze ontving een bevestigend antwoord. Zachtjes glimlachend zette Julie van Hooven het kastje weer over het telefoon-toestel en schelde daarna haar kamermeisje.

„Hanna," zeide ze, „als mijn kleermaker komt, laat hem dan onmiddellijk hier, ik moet hem dringend spreken, en over een uur kun je mijn bad klaar maken, daarna heb ik je niet meer noodig."

Het meisje boog en verliet zacht de kamer. Een half uur later werd mevrouw's couturier aangediend.

„Mijnheer Walter," begon mevrouw van Hooven, „ik moet dadelijk een chauffeurs-costuum hebben, kunt u mij