DE ROMAN VAN EEN SCHILDER

door

JAN VAN LUMEY

(Vervolg)

Hij voelde zich verdoofd, lichamelijk uitgeput. Na de langdurige, vrijwel ononderbroken concentratie volgde er een physieke afmatting, een algeheele ontspanning van zijn wezen. Mijmerend sloot hij de oogen en liet zijn gedachten dwalen. In dezen toestand werden hem sommige dingen klaar, die onbewust misschien allang zijn innerlijk vervulden. De gebeurtenissen der laatste weken kwamen hem opnieuw voor den geest en het was, of hij nu de verwarde duistere feiten in een scherpere belichting aanschouwde. Met schokken verhelderde zich zijn brein, hij meende een eigenaardigen, onderlingen samenhang te bespeuren.

Vooreerst trof 't hem, dat zijn ideeën omtrent den virtuoos zich eenigszins gewijzigd hadden. Niet, dat zijn sympathie voor Leo verkoelen kon! Eer scheen zij door de omstandigheden te zijn aangewakkerd. Alleen beproefde hij niet langer den knaap te idealiseeren. Voor de eerste maal