TWEE ZAKKEN APPELEN

— Meneer Pieterse," zei hij bij het afscheid tegen mij, want van dat idee hadden we hem niet af kunnen brengen, „Meneer Pieterse, u bent een edel mensch, dat heb ik direct gezegd. En daarom gelooft u net zoo min als ik dat de zondeval in het paradijs met een goudreinet is begonnen."

Met die, ietwat mystieke, woorden ging hij heen in den stormachtigen nacht.

Daan en ik hadden den volgenden dag hoofdpijn, en daarom heb ik hem laten beloven, dat hij — wanneer hij me ooit weer eens wil afhalen voor een tocht met de knipoogende locomotief — in geen geval twee zakken met appelen moet meenemen!