DE ROMAN VAN EEN SCHILDER

door

JAN VAN LUMEY

(Vervolg)

Anna daarentegen haatte Archibald Merker. Waarom? dat is een ingewikkelde vraag, die ik niet zoo rechtstreeks beantwoorden kan. Het psychische mechanisme eener hysterica is zoo gecompliceerd, het werkt zoo onstuimig snel en zoo verbijsterend onlogisch, dat zelfs de kundigste ingenieur de inwendige constructie der machine nooit heelemaal verklaren kan. Misschien doe ik het best, indien ik de twee voornaamste hefboomen noem, die alle raderen dezer zie m beweging brachten. Anna Goedeman kon, zooals ik al vaker vertelde, bijzonder verstandig zijn, maar tegelijkertijd was zij grenzenloos jaloersch, wat natuurlijk erg dom en onverstandig was. De twee tegenstrijdige eigenschappen kwamen het sterkst tot uiting, waar het de artistieke loopbaan van haar man betrof. Zoo bleek zij - om een enkel voorbeeld aan te halen - bij oppervlakkige kennismaking tegen de van Baerles vooringenomen. Niet zonder reden immers was zij afgunstig op den schilder, die met zijn monumentale