CAM. LEMONNIER.

WIND OP DE MOLENS

Naverteld in het Vlaamsch door ANT. THIRY.

(Vervolg).

Plots daalden er stappen neer van de trap. Een stemmeke riep:

— Zeg, Mamie, wie is dat die met u spreekt?

De deur ging open: Poppie kwam binnen met heur leesboekje in de hand. Met slecht weer gingen de kinderen niet naar school, die te ver afgelegen was; en Mamie gaf hun dan les. Lotje op heure beurt kwam de trappen afgebolderd. Samen kwamen ze bij Dries en keken op naar zijn gezicht.

Poppie lachte en zei tot Lotje:

— Zeg, zou hij vandaag nu iets zeggen?

Ze wisten wel, iederen keer dat Dries kwam, dat hij altijd iets wou zeggen, en dat hij optrok zooals hij gekomen was, zonder het gezegd te hebben» Samen amuseerden ze zich met een spelleken waarin Poppie, geslepen als een echte tooneelspeler, den goeien jong na-aapte al draaiende zijn

i 1