BOTANICUS PKO FORMA.

niet opengedaan. „De pers" zag thans de ernst van het geval in, verliet ongemerkt de Soos en ging op zoek. Levend of dood hoopte ie beide heeren 's avonds toch gevonden te hebben.

Toen Rosalie het geheele verhaal gehoord had, wist ze wat haar te doen stond. Ze stak 't niet onder stoelen of banken, maar zei op beslisten toon hoe ze er over dacht, 't Moest nu eens uit zijn. Zij liet zich nog steeds te veel als kind behandelen, maar dat had zijn grenzen en nu was 't dan ook uit.

Karei begreep thans, dat pa Schot nog niet alles te vertellen had.

Over het onderwerp „botanie" werd geen woord gerept. Rosalie durfde er niet over te beginnen, omdat ze vreesde voor 'n derde maal 'n flater te begaan en Stoppel paste ook wel op om er over te praten, want hij was in 't geheel niet voorbereid.

Rosalie vertelde uit haar Indische jaren en Karei uit zijn ambtenaarsloopbaan, maar haalde daar alleen uit aan, wat hij kwijt wou zijn; hij had 't over het machientje en de harlekijntjes.

't Begon reeds te schemeren, toen Rosalie over naar-huisgaan sprak. De overgelukkige Karei bleef alleen achter. Voor de lasterpraatjes vond Rosalie 't beter dat ieder op eigen gelegenheid ging. Het afscheid was allerhartelijkst. Dat „juffrouw" en „mijnheer" zou men in 't vervolg weg laten, stelde Roosje voor. Men stond dan vrijer tegenover elkander. Achter dat voorstel zat hoogere politiek en wel dat ze zich in 't vervolg niet meer zoo zenuwachtig behoefde te maken wanneer Stoppel met haar over plantkunde sprak. Al zou ze dan eens een bok schieten, dan was dat zoo erg niet. Karei juichte in zijn verliefdheid dit voorstel ook warm toe en verzon al direct verschillende lieve naampjes. „Je kunt er zeker van zijn, dat vader over het gepasseerde van hedenmorgen zeer veel spijt heeft. En hoe hij dat in de soos zal goed maken, is voor mij nog 'n raadsel. We zullen 't wel hooren. Tot morgen dan, zooals afgesproken." x 5