BOTANICUS PRO FORMA.

stond hij voor hen, die hem sprakeloos aanstaarden, beiden met 'n kippenboutje tusschen de vingers.

Pa Schot kwam 't eerst tot bezinning. Karei had te veel van den wijn gedronken en zweeg.

„De pers" moest ook bij komen schuiven — opperde Schot en met het vervolg van het menu zouden ze wachten totdat „de pers" bij was.

Deze wou eerst wel eens weten hoe 't verloop van den dag was geweest en waarom de heeren niet in de soos waren gekomen.

„Dat zullen we je later vertellen, nietwaar Stoppie, laat 't je voldoende zijn wanneer ik zeg, dat we ons vandaag puik geamuseerd hebben" — sprak Schot in ware fuif stemming.

Nu kon 't ,,de pers" verder ook niets meer bommen. Hij was bovendien zeer vergevensgezind en blij, dat hij de beide heeren toch levend in handen had gekregen. Hij vertelde welk gerucht er door de stad liep en als hij 't niet tegengehouden had, dan waren ze nu aan 't dreggen.

Er werd besloten nog naar de soos te gaan, „maar per auto dan" — riep pa Schot; ik heb vandaag de auto-manie. Over programma's gesproken, laten we ons daar niet te veel aan vasthouden, je hebt 't vandaag gezien, we hebben ons beiden razend geamuseerd, niet waar Stoppel?"

Karei en „de pers" wisselden blikken van verstandhouding, toen pa Schot dat zei.

In de soos werd 't bar laat. Schot rekte 't maar steeds, want hij durfde eigenlijk niet goed naar huis. Met „de pers" en Karei was 't met 'n sisser afgeloopen, maar van Rosalie, daar was hij nog niet zeker van. Stel je voor, dat ze alles wist, o hemel, de villa was te klein.

Opeens schoot hem 'n prachtig plan te binnen. Stoppel had hem zoo juist verteld, dat ie nog eens naar Den Haag moest, om zich ook zoo'n groen pak, ,,'n botanisch tenue" — zooals Schot 't noemde — te laten aanmeten. Hij had 't 's morgens, toen hij in „De Kroon" zat, in het voorbijgaan van zijn dochter bewonderd en hij moest nu óók zoo'n pak hebben.