SAL0MB.

„Danst u niet, meneer Vrijling, u staat hier zoo alleen."

Hij schrikte en haalde diep adem. Nog hoorde hij het lachen, maar nu was het een andere lach geworden, een harde lach uit de binnengalerij.

Naast hem stond Annie, en ze zag hem spottend en toch ook uitnoodigend aan.

„Pardon, ik stond hier te suffen. Neen, ik dans niet."

Hij zag haar even bleek worden, maar terwijl zij zich met een waaier koelte toewuifde, vroeg zij :

„Nu niet of nooit ?"

„Hoe bedoelt u dat ?"

„Ik bedoel : kunt u niet dansen, houdt u niet van dansen, of wilt ;i misschien niet dansen op zoo'n avond ?"

Jan Vrijling zag haar recht aan. Er spanden zich twee harde rechte lijnen van haar goudfonkelende oogen naar de zijne, die donker maar vastberaden waren. Toen zei hij rustig :

„Ik ken de moderne dansen niet. In de laatste acht jaren deed zich voor mij geen gelegenheid voor tot dansen. Ik houd ook niet van dansen. Maar vooral zou ik op Kerstavond bij een Kerstboom liever niet dansen."

Ze bleef hem aanzien, haar neusvleugels trilden even, toen klapte ze haar waaier dicht en zei luchtig :

„Dat is ook een opvatting. Ik vind dansen een lollige beweging. En ik houd van mannen, die zalig dansen. Zeg, meneer Vrijling, u vindt dit zeker een criant-vervelende' partij ?"

Hij zweeg, en Annie ging op haar luchtigen toon door :

„U zou natuurlijk overal liever willen zijn dan hier ?

U zwijgt ! _ Wie zwijgt, stemt toe. Goed dat de Piepert uw gedachten niet kan lezen, want die houdt van vroolijke menschen. En waar zoudt u dan wel willen zijn ? Wil ik eens wedden ? Ik wed dat u op Kerstnacht in een kerk zou willen zijn." „Misschien."

„Meneer Vrijling, doe niet zoo onuitstaanbaar. Zeg dat u hier weg wilt, wees een eerlijk man en zeg dat u het hier een onuitstaanbare partij vindt. — Waar wilt u