OOST-AZIATISCHE KUNST

door

ANNE HALLEMA.

HET BOEDDHABEELD.

In mijn essay over „Jaden vazen", Jan. '27 verschenen in „Nederland", werd vooraf een beschouwing gegeven over de beteekenis der Oostersche kunst in het geestesleven van het Westen, bijzonder van ons eigen land, terwijl tevens het wezen dezer kunst der suggestie werd aangeduid. Die inleiding kan ook gelden voor hetgeen hier geschreven wordt over de hoogste uiting van het geestelijk leven van het Oosten : de verbeelding van den Boeddha in de OostAziatische cultuur, die beschouwd mag worden als de essentie van de kunst der Stilte, der Kalmte, van den Gemoedsvrede en van de kristallijnen Hemelrust.

Morgenmenschen noemt Noto Soeroto diè menschen van Oost en West, vooral in Indonesië en Nederland, die, ondanks de distels en doornen van dit aardsche leven met zijn strijd en zorg, op het altaar van hun hart vol menschelijkheid de Vlam onderhouden van het goddelijk heimwee naar een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, waarin Gerechtigheid eeuwig regeert in het licht van oneindige