MOED

de geheele linie handgemeen geworden. Om drie uur was het Fransche leger in vollen, doch ordelijken aftocht. In het kamp begreep men den ernst van den toestand ten volle. Het Vaderland eischte zelfopoffering en allen waren vastbesloten zich voor het Vaderland te offeren; tot het laatst brachten zij de draadloos ontvangen bevelen telefonisch over naar de regiments-commandanten.

Weldra gaven enkele deelen van het front geen gehoor meer; daar was de zaak dus in puin geschoten.

Bouril voelde zich onwezenlijk, zijn Ik stond als het ware buiten zijn lichaam en in zich zelve schouwende, vatte het moed. Als hij dan toch sterven moest, dan zou hij ook sneven met de kling in de vuist!

Plotseling weerklonk de kreet: „Der Kaiser lebe hoch!", gevolgd door „Deutschland, Deutschland über Alles", en een paar honderd staal^gepunte helmen doken op achter de wallen. Toen kreeg Bouril een bloedig waas voor zijn oogen en met den kreet: „Vive la France, vive la Patrie, la mort aux Huns!" wierp hij zich op de Duitschers. Drie vielen er onder zijn revolverschoten en dan, zijn revolver wegwerpende en z'n sabel trekkende, wierp hij zich op de wreede sabelbajonetten. De kleine groep Franschen stond een oogenblik geparalyseerd, dan volgden zij het voorbeeld van «Sergeant Bouril, den bange».

Van Fransche zijde overleefde niemand het gevecht.

Al deze jonge mannen sneuvelden als helden in hun strijd met de overweldigers, stervend nog lispelend den naam van hun geliefd geboorteland: „La France!" Sergeant Bouril werd een paar dagen later gevonden met een ba jon et-wonde midden in de borst... .

Tusschen Reims en Chalön-sur-Marne staat, midden op het verwoeste land, een paar honderd meter van de «Route National 44« een wit houten kruis, dat de namen van deze helden aan de vergetelheid ontrukt heeft. Met ontbloot hoofd las ik op dit kruis: »Aux officiers et soldats du convoi télégrafique B III, ici morts pour la Patrie«.