DE ZILVEREN MAAN

TWEEDE DRONKEN MAN (vat zijn arm om hem mee te sleuren, doch slingert met hem in een kringetje).

Zoo zoo nou weet ik wie

altijd uit mijn glaassie drinkt. Dat doe jij!

EERSTE DRONKEN MAN (verontwaardigd).

Zoo zoo doe ik dat? Ikke? Dat zeg jij.

Enne enne wie drinkt.... dan uit uit

mijn glaassie glaassie glaassie hé als

ik naar de maan kijk?

TWEEDE DRONKEN MAN.

Enne waarom drink jij dan.... uit de

maan.... maan.... asse ze.... naar.... jou.... glaassie.... kijke?

EERSTE DRONKEN MAN (listig).

Datte dat snap jij niet hé Kareltje?

Nee hé? Datte snap jij niet. Opzet man

opzet datte ze mijn glaassie niet zien

zalle zalle Dat heb ik geleerd van jouw

vaêr (schudt den vinger) net zoo eentje zoo 'n dronke

tobbe tobbe as je groovaêr.

TWEEDE DRONKEN MAN.

Augussie lieve lekkere Augussie moet

je me nou.... beleedigen.... ?

EERSTE DRONKEN MAN (verbaasd).

Ikke? Wie doet dat dan? Ikke? Dat

meen.... je.... niet....

TWEEDE DRONKEN MAN.

Nee nee dat... . meen.... je niet Augussie

Je hebt ommers tranen in.... je

oogjes....

EERSTE DRONKEN MAN (hangt aan zijn hals). Ja? Zie jij ze dan ?