BRIEVEN ZONDER ANTWOORD

675

van ons. Mijn vrouw...., ik denk dat ik je dezen brief wel zal sturen, omdat die je veel duidelijk zal maken, en ik voel dat ik aan jou over alles kan schrijven zonder je te kwetsen. Dat is het voordeel van je meesterschap, en van je positie als werkende vrouw. Neen, kijk me maar niet zoo aan met je groote oogen, want ik spot niet,-ik meen wat ik zeg. Jij kunt meer en makkelijker begrijpen dan menige oudere vrouw. Mijn vrouw dan — want dat wilde ik je vertellen — was reeds gescheiden van een eersten man, toen ik met haar trouwde. Je wist dat, ik herinner me dat ik je eens, vaag en heel even, sprak over mijn stiefkind, in een van die weinige uren dat we samen zijn geweest. Meer heb ik er toen niet over gezegd. Ik had die echt mannelijke neiging om te denken: dat waar je niet over spreekt, dat bestaat ook niet. En het scheen allemaal zoo vreemd voor jou, je was immers

jong, drie-en-twintig, je zou het niet begrijpen Maar nu

ik ver van je weg ben en aan je terugdenk, nu weet ik heel zeker dat je alles begrijpt. Mijn vrouw heet Heieen Meerkamp, zij was in den Haag destijds een bekend mooi meisje: Leentje Meerkamp, zoo in de jaren 1905, 1906. Hoe vreemd is dat; nu ik die jaartallen neerschrijf, moet ik bedenken, dat jij toen ongeveer geboren werd, meesterkelief! We ontmoeten nog dikwijls zeeofficieren, of Indische officieren, of bestuursambtenaren, die met zoo'n echte veneratie kunnen zeggen: »Ach natuurlijk, Mevrouw Elbronner, u bent Heieen Meerkamp, nu herken ik u«, en dan zeggen ze later tegen mij: »Ik heb vroeger eens op een cadettenbal het genoegen gehad met uw vrouw te dansen. Dat is lang geleden, maar, zooals u ziet, het heeft indruk op mij gemaakt.« Of dat nog bestaat, dat instituut van «de bekende mooie meisjes»? Ik heb het altijd wat provinciaal gevonden, heusch, dat zeg ik zonder eenige afgunst. En mijn vrouw lacht er zelf ook altijd om. »Zeg maar ronduit, dat je me niet herkend had, omdat ik ietwat oud ben geworden«, pleegt zij te zeggen, wanneer zij een adorateur uit die jaren ontmoet. En ze is nog knap, eerder klein dan groot, met een heel fijn gezicht. Ik geloof dat die mooie meisjes van vroeger gepraedestineerd waren om ongelukkig te trouwen. Mijn vrouw