HET HUIS AAN DEN DIJK

Even dacht ik er nog aan haar tegen te houden door haar het een of ander te verzoeken; ik liet het na, het zou haar, gewend aan mijn stilzwijgendheid zooals ik aan de hare, slechts te zeer verbaasd hebben en ze wordt oud en heeft een zwak hart, Marianne.

Ik was alleen. Op de gang sloeg de klok acht uur. Het eentonig ruischen van den waterketel deed mij voor een korte pooze in een lichten sluimer zinken. Plotseling schrok ik op uit mijn stuurlooze en vage mijmeringen; ik voelde dat ik niet meer de eenige was die zich bevond tusschen deze vier wanden. Ik bleef zitten op mijn plaats naast het laagbrandende vuur, maar van eiken kant scheen het op mij aan te komen: duister, dreigend, onverzettelijk. Ik stond op en liep rusteloos heen en weer. Het dikke, weeke tapijt dempte het geluid mijner nerveuse schreden. Alleen buiten stond het geweld van den stormenden avond en hier deinde het monotone zingen van het water.

Met een ruk schoof ik de gordijnen op zij, drukte mijn koortsig-warme voorhoofd tegen het koude vensterglas en staarde naar buiten. Een schaarsche lantaarn, buigend in een grillige bocht uit den gevel van het huis, waar ik woonde en aldus den breeden, steenen opgang verlichtend, wierp op de natte straat een wankel, flakkerend schijnsel. Ik zag van boven enkel de zwarte kap, die het licht naar mijn zijde afsneed. Achter mij voelde ik als tastbaar den angst, de beklemming, die zich dadelijk van mij meester zou maken. Eén oogenblik overwoog ik de mogelijkheid, of ik niet naar beneden zou gaan, naar de conversatiekamer, teneinde een partij schaak te spelen met Mr. Verhoeven, maar terzelfdertijd schoot het mij te binnen, hoe hij juist dezen middag tijdens het diner had gezegd, dat hij den avond bij een met hem bevriende familie zou doorbrengen. Met de andere bewoners ga ik niet om. Zij zijn allen jonger dan ik en het valt mij, die zooveel jaren ouder ben, moeilijk mij te voegen naar hun gesprekken en doorgaans luidruchtige grappen.

Ik sloot de gordijnen en schonk mijzelf een kop thee in. Daarna zette ik mij wederom naast het haardvuur en