PETERKEN

voor 'n ouwe vrouw niet meer te doen! Als ik 't niet beter wist, zou 'k zeggen dat je dat om mij gedaan had ..."

Dat heb ik ook! dacht Lily. Maar ze zei het niet.

„Schiet je op?" vroeg ze, op de kleertjes in 't naaimandje wijzend. Dat is haar eenige bewijs van belangstelling, dacht Lily met bitterheid.

„Och ja — 'k heb nog tijd! 'k Doe 't op mijn gemak!"

„Wanneer verwacht je 't?"

„Begin Juni, denk ik."

„Heerlijk!" zei de ander. Haar oogen straalden in 't vooruitzicht, nu grootmoeder te worden. Daan heeft haar dus niets verteld! schoot het door Lily heen.

En opeens bemerkte ze tot haar verwondering, dat Daan's afwerende houding haar nu sympathieker was dan de blijdschap van de oude vrouw. Hoe kwam dat? Voelde ze toch iets voor Daan's theorieën, die ze dichterlijk genoemd had? Of kwam het door de antipathie, die ze steeds jegens zijn moeder gekoesterd had?

„Je moet nu verstandig zijn, Lily," ging de moeder autoritair voort. „Je moet nu verstandig zijn! Ik heb geen spijt van mijn laatste bezoek, al heb je me toen ook op een smadelijke manier te kennen gegeven, dat je het onderhoud liever beëindigd zag. Nee — spijt heb ik er niet van! Want ik weet zeker dat dit een gevolg van mijn woorden is...."

Lily moest zich beheerschen om niet in lachen uit te barsten. Die opgeblazen kikvorsch dacht dus, dat dit een gevolg van haar schoonmoederlijke woorden was! Dat was. ... dat was al te lachwekkend....

„Als dit gesprek nu maar weer geen gevolgen heeft!" zei ze spottend, toen ze de moeder uitliet. Haar toon ontging de ander niet. Haar gezicht werd vuurrood. Ze wilde er echter niet op antwoorden. Hoe haar zoon ooit van die vrouw was gaan houden.... zij kon er niet bij....

Het kindje werd dood geboren. Het was een heel zware bevalling geweest. Haar toestand was zoo ernstig, dat ze dacht van zwakte en uitputting te zullen sterven. Pas na weken mocht ze weer wat opzitten. Maar de mooie, warme gloed in haar oogen was verdwenen.