326
DB BOM, DIE VERKEERD SPRONG,
Dat deed Eie dan ook, ze was zoo moe, dat ze aan niets dacht, dan maar zoo gauw mogelijk in bed te komen, waar ze dadelijk insliep.
Toen ze wakker werd, was het al zes uur en vlug stond ze op en zocht naar een beter blousje, ze begreep, dat ze wat netjes aan tafel diende te komen, Oom scheen er op gesteld te zijn, dat ze zich een beetje kleedde.
Toen ze gereed was, trad ze op het balcon en weer werd ze getroffen door het prachtige berglandschap, dat zich voor haar uitstrekte.
Heerhjk, heerlijk toch op reis te zijn, ze voelde zich uitgerust en opgewekt, maar zag er tegen op alleen naar beneden te moeten gaan, dat durfde ze haast niet. Daar werd aan haar deur geklopt en ze hoorde haar oom vragen, of ze klaar was.
Met een heerlijk verlicht gevoel ging ze met hem mee en uitgerust en hongerig genoot ze nu van al de lekkernijen, die haar voorgezet werden en versmaadde zelfs een goed glaasje wijn niet, iets, waar ze heelemaal niet aan gewoon was.
Na het diner gingen ze naar de Kurzaal om het concert bij te wonen en namen zelfs even een kijkje in de speelzaal, waar Eie gloeiend opgewonden werd door het winnen van een paar francs.
Hoe ze dien avond in bed gekomen was, wist ze zelf niet goed, ze was weer doodop, suf van vermoeidheid voelde ze zich. Maar in plaats van dadelijk in te slapen, zooals ze verwacht had, werd ze langzamerhand helder wakker en van slapen kwam niets. Haar oom, die een kamer naast de hare had, scheen ook niet tot rust te kunnen komen. Ze hoorde hem bewegen en van tijd tot tijd hoesten.
Nu ze daar zoo stil lag en over den merkwaardigen dag, dien ze beleefd had, nadacht, werd ze hoe langer hoe ontevredener over zich zelve.
Wat had ze slecht haar plicht gedaan!
Die arme oom, hoor hem nu eens hoesten! Misschien had hij wel koorts, ze had heelemaal niet meer aan zijn welzijn gedacht, sinds ze in Zwitserland waren, ze had hem maar voor haar laten zorgen, in plaats, dat ze hem vertroetelde en hij had zich veel te veel ingespannen om haar te amuseeren. Ze voelde zich warm