FRANSCHE LETTERKUNDE.

Le Feu. Henri Barbusse. Uitg. E. Flammarion, Paris.

Een der merkwaardigste oorlogsromans sinds 1914 verschenen, is zeker wel „Le Feu" van Henri Barbusse. Hij draagt als ondertitel: „Journal d'une Escouade". Aan het woord roman mogen we voor dit boek niet uitsluitend de beteekenis der akademische bepaling hechten. Le Feu is geen verbeeldingswerk. Het is een brok proza naar 't levend model uitgebeiteld. Misschien wordt de innerlijke kunstwaarde van dit epos daardoor wel een beetje verminderd. Maar hetgeen de litteratuur er aan verliest zal de geschiedkundige wetenschap er aan winnen. Want dit boek is vóór alles een bron van waarheid. Het is de oorlog in beeld door een grooten kunstenaar en een edelmoedigen mensch omgeschapen tot een aangrijpend wereldtreurspel. Van Barbusse mochten we dit dan ook verwachten.

„Beformé du temps de paix, zoo zegt de uitgever in zijn omzendbrief, le poète et romancier H. Barbusse a, dès le commencemeat des hostilités, contracté un engagement pour la durée de la guerre. II a été cité plusieurs fois a 1'ordre du jour. Voici le texte de sa plus récente citation:

„D'une valeur morale supérieure, s'est engagé volontairement pour la durée de la guerre; a refusé d'être versé dans la territoriale, malgré son age et son état de santé.

S'est toujours offert spontanément pour toutes les missions dangereuses, et notamment pour aider a installer, sous un feu violent, un poste de secours avancé dans les lignes qui venaient d'être conquises sur 1'ennemi".

Het was gedurende een herstellingsverlof dat Barbusse zijn meesterstuk schreef. De opdracht, een hulde: „a la mémoire des camarades tombés a cöté de moi, a Crouij et sur la cöte 119", verraadt de groote liefde welke de schrijver voor zijn wapenmakkers koestert.

ii 4