16

DE BASTAARD VAN BARON

omsloeg van de Rue la Boëtie en de Avenue des ChampsElysée's, haar gedachtengang volgend in aansluiting met wat zij zoo even gezegd had van de orchideeën van baron de Boos koten, meer tot zich-zelve dan tot Gabriëlle zei: „Ik ben benieuwd of Booskotèn al klaar is met zijn Fransen burgerschapsrecht."

„In z'n laatsten brief schreef Fop me, dat de baron het allang geleden had aangevraagd," antwoordde de freule de Clairembault.

Eigenaardig dat deze twee voorname Fransche vrouwen: zeer bejaard de eene, niet meer piepjong de andere, ieder haar eigen Hollandschen Fop hadden, wiens naam haar zoo vaak over de lippen kwam. Maar mevrouw d'Avranches' Fop was de baron en de freule de Clairembault's Fop de innemende bastaard, die thans onder den veel vermogenden invloed der markiezin door den vader stond geadopteerd te worden, wat, naar1 't scheen, niet kon geschieden dan tenzij baron Van Booschoten zijn Nederlanderschap verloochende en het Fransche burgerrecht aanvroeg. Man van voorname geboorte en rijk, bevriend met zoovele invloedrijke lieden van Frankrijk, zou hem dit onmiddellijk worden toegestaan.

(Wordt vervolgd)