een bijna cynisch flegma verstolen hartstocht en de ironisch aan, doende, maar innerlijk diep gemeende angst om de hulpeloosheid van zijn kleinzoon worden door den acteur in een forse, mannelijke vorm tot uitdrukking gebracht.

Ik zou het slot van mijn maandelijks overzicht ditmaal willen besluiten met de herinnering aan een buitengewoon merkwaardig werk, waarin weliswaar geen oude bekenden in nieuwe gestalte voor, komen, maar dat aan een veelbelovende débutante gelegenheid tot zuiver spel heeft gegeven.

In Misdaad zonder hartstocht wordt de rol van Carmen gespeeld door de Mexicaanse actrice Donna Maria Margarita Guadalupe Bastado Castilla, op het program kortheidshalve als Margo aangeduid. Deze débutante treft door het eigenaardige donkere timbre van haar stem en haar loom, zinnelijk voorkomen; een instinctief wezen, dat als zodanig boeit, maar nog voor verdere spel,ontwikkeling vatbaar is.

Misdaad zonder hartstocht is het werk van twee kunstenaars, Ben Hecht en Charles MacArthur, die zowel het scenario als de regie hebben vervaardigd.

De film wekt de voorstelling, alsof men meer met een schets, met een proef, heeft te doen dan met een volledig afgewerkt opus. Het is of de vervaardigers in grote trekken hebben willen aangeven, wat er van een schijnbaar banale criminele roman wel te maken zou zijn, als men alle factoren even kunstzinnig als zinnebeeldig ging uitwerken.

Een goede film moet allereerst een onderwerp hebben, dat niet alleen de geest, maar ook het gemoed bezig houdt en dit onderwerp moet algemeen,menselijk en actueel zijn. In de figuur van Lee Gentry, de advocaat van kwade zaken, om wien de geschiedenis zich concentreert, is een veelvuldig voorkomende levenshouding van deze tijd belichaamd. Deze Gentry is de intellectueel, die roekeloos speelt met gevoelens, door zijn hersenspel deze vernietigt, totdat hij zich hopeloos leeg voelt! en dan eerst ontdekt, dat het menselijk gemoed nooit leeg kan zijn,' doch als men er de engelen uitdrijft, met duivelen wordt bevolkt. De' duivel van de angst heeft binnengehaald en in krankzinnige wanhoop besluit hij ontijdig zijn leven.

Prachtig wordt dit proces door zuivere filmmiddelen in woord en beeld weergegeven. Met weergaloze lichtzinnigheid praat de advocaat wat krom is recht; hij jongleert met leugens als een variété,artist met ballen en trekt bij dit spel hetzelfde overmoedig glimlachende gezicht. Hij bederft de liefde van zijn uit diep instinct levende minnares door zijn ontledingen en gevolgtrekkingen en als hij een tweede slachtoffer gevonden heeft, smeekt hij dit meisje in een ogenblik van eerlijkheid met ongeveinsde hartstocht hem haar ziel te geven, want buiten ziels, gemeenschap kan hij niet leven.

Maar als hij door een ongelukkig toeval Carmen, die hij tot zelf, moord heeft willen drijven, zelf doodschiet, en de angst voor de elec trische stoel hem uitzinnig maakt, verschijnt zijn ander Ik en het Intellect met het irriterende glimlachje houdt dezelfde toespraken tot

416