einde komt, heeft Engeland de helft van de Franse bezittingen herwonnen; maar het is nu niet meer alleen de overwinning van een koning door een koning, die door het traktaat van Brétigny wordt bezegeld; het is ook de vernedering van een volk door een ander. Waar vroeger die Franse domeinen een oorzaak van geestesgemeenschap waren, zijn ze nu een twistappel, een bron van onverzoenlike rasvijandschap.

Ook voor de edellieden is nu het Frans de taal van de vijand; zij kennen het overigens minder en minder, en dan nog onder de vorm van een patois zonder letterkunde, zonder gezag, dat door de grote meerderheid van het volk niet wordt verstaan en dus van geen prakties nut meer is, terwijl het Engels nu door alle standen gesproken wordt.

Uit onwetendheid, uit nauwere aansluiting tot alles wat nationaal is, maar vooral uit noodzakelikheid, omdat de taal van de meerderheid zich met de macht van die meerderheid opdringt, kortom, deels omdat zij het wensen, deels omdat zij het moeten, keren zich nu de regerende standen tot het Engels.

En gelijk de Franse koningen met de tongval van hun hoofdstad en van de Isle de France hadden gedaan, handelen nu ook de hogere kringen en het hof van Engeland tegenover één van de Engelse dialekten, het Midland-, of meer bepaaldelik het East-Midland Dialekt. Zij gebruiken het meer en meer als bestuurtaal, en als zodanig heeft het reeds alle kans om de algemene landstaal te worden. Doch allerlei omstandigheden droegen bij om die hegemonie van het Oost-Middellands Engels uit te breiden en te versterken.

Tussen de van elkaar sterk afwijkende eigenaardigheden van de noordelike en zuidelike tongvallen vormde het een natuurlik gemiddelde, een vergelijk; het was dus gemakkeliker aanneembaar door het gehele land dan om het even welk andere tongval. Op zijn gebied lagen : Londen, de sterkste, de rijkste gemeente, de vesting van de burgerlike macht; het naburige Westminster, de zetel van het Parlelement en van de gehele regering; en ook de Hogescholen van Oxford en Cambridge, de twee voornaamste brandpunten van wetenschap en beschavin,g.

Eindelik hing ook de letterkunde haar onmisbare zegel aan de adelbrief van die nieuwe edelman.