zoals het is, met zijn afwisseling van hoogte- en laagtepunten; in haar kunst is niets berekends : zij is wdar, en haar kracht ligt in het meesterlike weergeven van wat waar is. In dat opzicht is haar drama op het toneel een baanbreker. De toekomst zal uitmaken of die baan is waarvoor ik ze houd : de goede.

Genoot insgelijks veel bijval het blijspel, in drie bedrijven, van Lothar Schmidt: Nur ein Traum (uitgegeven te München en te Leipzig, bij Georg Müller), dat ik aanstip wegens de pittige, humoristiese inhoud : Een echtgenote wordt door haar man bedrogen in dezelfde nacht waarop zijzelf bijna viel. Uit gewetenswroeging vertelt zij het haar man, maar alsof het slechts in een droom gebeurd ware, en daarop bekent hijzelf zijn misstap. Nu vergt ze van hem, dat hij voor zijn straf die droom voor werkelikheid houden zou, waarin hij dan ook toestemt. Men prijst van dat blijspel de zekere psychologie en de schilderachtigheid, waarmede talrijke Berlijnse typen geschetst worden.

Wat de literatuurwetenschap betreft, hier wijst het « Literarische Echo »op twee belangrijke werken : 1° Geschichte der deutschen Literatur, in twee delen, door Adolf Bartels (Leipzig, Avenarius; M. 10). Carl Busse vindt er de gewone hoedanigheden, alsook de gebreken van Bartels in, die goed ontwikkelen en de betekenis van een tijdperk doen uitschijnen kan, maar aan zijn lievelingen de vlekken niet merkt; 2° de zesde, vermeerderde uitgave van Meyers grosses Konversations-Lexikon, in 20 delen, elk aan 10 M. De lof van dat werk dient niet verder gemaakt te worden, daar elkeen goed genoeg weet, wat een schat zo een lexikon is.

Het nummer van 1 September van het « Litarische Echo » kondigt aan, dat enige uitgevers een vereniging tot stand gebracht hebben onder de naam Der Tempel Verlag, met het doel Duitse klassieken onder een degelike vorm en aan goedkope prijzen uit te geven. Aan het hoofd van deze tempel-uitgaven zal een Göthe-uitgaaf verschijnen.

Les Dieux s’en vont! Van de zo plotseling afgestorven grote Duitse lyrieker Detlev von Liliencron zal, onder toezicht van Richard Dehmel, een bundel novellen verschijnen, waarvan de dichter zelf nog het plan ener uitgave opgevat had, en verder een dichtbundel, onder de titel: Gute Nacht.

O. Van Doorsselaer.