houden tederheid en medelijden klagen, en de verbinding van die twee klanken vormt een nieuw, behoorlik akkoord.

Is het genie wel zo? Is een geniaal kind wel noodzakelik de trots en de smart van zijn ouders en vrienden? Laten wij niet gaan diskuteren : het boek is daarvoor te schoon. De schrijfster, overigens, heeft ons die moeite gespaard : zij draagt haar roman op « aan mijn wonderkind Vivien, om te lezen als zij wonderkinderen van haar eigen zal hebben. » Wordt hier bedoeld dat Mevr. Vivanti Chartres uit persoonlike ondervinding spreekt? Dan heeft zij zeker, zoals het in een roman past, toch ook zeer veel uit hare verbeelding geput om het bestaan van die ontmoedigende natuurwet te bewijzen. Want, al is Vivien een wonderkind, toch is de prachtige roman van haar moeder verder geraakt dan kapittel XVII! Geheel verslonden is Mevrouw Vivanti Chartres dus nog niet, en daar moet het Engelslezend publiek Miss Vivien dankbaar voor zijn. Want, Mevrouw, dat publiek, dat uw roman op twee maanden in twee uitgaven las, heeft nu ook n honger! *

The Thief of Virtue door Eden Phillpotts (John Murray, 6 sh.) is de tweede grote gebeurtenis uit de romanlitteratuur van de laatste maanden. De schrijver van The Haven, the Mother, the Portreeve en zovele andere romans en novellen die hem een plaats onder de allereerste prozaschrijvers van Engeland hebben bezorgd, heeft nu een boek geschreven, dat men vrij algemeen geneigd is als tot nog toe zijn beste te beschouwen.

Nogmaals brengt hij de lezer onder de ruwe boerenbevolking van het berg- en rotsachtige Devonshire, niet ver van de grens van Cornwallis, bij Dartmoor. Unity Crymes, een stevige, mooie boerendochter, die bij haar broer en schoonzuster inwoont, is zo goed als verloofd met de schaapherder Henry Birdwood, een eerlik en geacht man, die even mooi, jong en arm is als zij, maar met fijner besnaarde ziel. Unity bemint hem, en zal hem blijven beminnen, dit zweert zij hem plechtig voor God, op het ogenblik dat zij hem verklaart niet met hem te zullen trouwen. Geweldig koel en prakties als zij is, vat zij het leven anders op dan de tedere methodist, haar geliefde. Haar schoonzuster, die over haar onverwacht besluit verontwaardigd is, kan maar niet begrijpen waarom zij Henry wil verlaten voor de veertiger Philip Ouldsbroom, en vraagt haar « of ze niets te zeggen heeft om haar gedrag uit te leggen. » Unity, die op haar manier volkomen oprecht is, want ze verwittigt ook Henry dadelik van haar voornemen en de reden daarvan, antwoordt onbewimpeld :