Zeven Brieven van Multatuli aan den Heer A. van der Ghinst, te Brugge,

uit de jaren 1870, 1871 en 1873.

{Slot).

IV.

Mainz, 8 Juni 1870.

Lieve Vrienden!

Wie de M. B. hooger stelt dan de tendance-Havelaar (die slechts ’n gekunsteld pleidooi is) is mijn vriend.

Dank voor uwen brief van 5 Juni!

Ik ben betrekkelijk zeer gelukkig.

Fancy is me verschenen, en doet me arbeiden, arbeiden!

Ik schrijf Ideën (Bundel III). Het eerste stuk is over Vrije Studie, en daarop volgt kommentaar.

Voorts : Divagatiën (I) over zeker soort van Liberalismus in ’t tijdschrift Nederland, over Juli en volgende maanden.

En : Feuilleton in ’t dagblad het Noorden, waarin Fancy bat les champs a toute bride. Prettig!

Gij zult dat alles ontvangen van de uitgevers en daardoor inzien, dat ik geen brieven mag schrijven. Jammer dat Ideën en Divagatiën

7