De kasteelheer van Raray zendt jaarlijks eenige werkmenschen naar Lourdes. Meegesleept door het voorbeeld van de duizende bedevaarders, gaan die lieden daar ook te biecht en te Communie, maar zoodra zq op hunne parochiën terugkeeren, zeggen ze wederom vaarwel aan hunne kristelijke plichten.

De werkmenschen werken in de week bij den boer, en des Zondags werken ze in hun eigen lochting.

Ik weet niet in welke gaten men het moet gieten om den kristen geest in deze doodsche streken te doen herleven.

En honderden Vlamingen werken in deze blakke bloote streek tusschen Senlis en Crépy-en-Valois, Nanteuil-le-Haudouin en Pont-Ste-Maxence, of die vijftig dorpen, waar bet kristelijk en bovennatuurlijk leven ligt te zieletogen, en zouden ze geenen sprankel meebrengen van dien bedorven geestes- en zieletoestand naar Vlaanderen ?

Ik bevestig met recht en met reden, dat onze landgenooten geen deugd en hebben van een lang verblijf in deze ongodsdienstige en diep vervallen gewesten.

Uit Fresnoy-le-Luat, Oise.

Vrijdag, 12” Juli 1912.

E. Denys, P”.

Dat de Franschmans veel « sprankels » van dien (naar den E. H. Denys) « bedorven geestes- en zieletoestand naar Vlaanderen meebrengen », heb ik meer dan eens opgemerkt bij de bedoelde werklieden, tot wie ik me wendde om inlichtingen.

De zwervende pastor geeft in De Stem uit het Vaderland zij i reisverhalen (o zoo eigenaardig!) ten beste in vorm van feuilleton. Verder treft men er briefwisselingen uit het Zuiden in aan; de vergaderingen voor de Vlamingen in Frankrijk worden er aangekondigd, verder ook de vragen naar arbeiders; zoo vind ik in het nummer van Zondag 11 Augustus: Men vraagt een dertigtal mannen, aan 40 en 45 centiemen per ure, voor twee maanden omtrent, in ’t begin van Oogst, om te derschen met de machten. Zich te wenden tot M. Bacquart, te Lorgies par Laventie, Pas-de-Calais, France.

Hier is dus sprake van een andere soort van arbeid, dan die.