Fransche Letteren

Na acht jaren onderbreking wordt deze rubriek heropend.

Als men nagaat wat in al dien tijd gebeurd is en voortgebracht werd op Fransch literair gebied, het roekeloos de taak weer te willen opnemen, daar waar wij ze moesten neerleggen, en te trachten den tijd in te halen. Wij mogen van onze lezers verwachten, dat zij niet onverschillig gebleven zijn voor wat in de letterkundige wereld omging en dat hun namen als G. Duhamel, R. Dorgelès, A. Suarès, A. Salmon, Francis Carco, Jean Cocteau en zooveel andere, voor den oorlog amper bekend, thans familiair in de ooren klinken. Die veronderstelling alleen maakt het werk mogelijk, want v.'as het vroeger al heel wat om eenige goede boeken naar voren te brengen, sedert den oorlog is het er niet gemakkelijker op geworden; inderdaad, sedertdien wordt in verschillende landen, alvast in Frankrijk en in Engeland, naar ik weet, razend veel gelezen en razend veel geschreven. Dat laatste mogen den kritieker of kronieker afschrikken, maar het is een verheugend verschijnsel,als men meteen kan vaststellen dat zooveel degelijk werk geleverd wordt. Over de wijze van uitgeven zelf, de «book production», zooals de Britten dat noemen, zijn interessante beschouwingen te maken. Het afschuwelijke gele boek van drie-vijftig is nog leelijker en ook duurder geworden ; men heeft daaraan verholpen door het maken van «beste» exemplaren en zelfs van luxe-uitgaven van allerlei formaat, op allerlei papier en aan de gekste prijzen. En, zonderling genoeg, de duurste uitgaven vinden den besten aftrek. Voor den kenner,die van een mooi boek houdt,maar niet rijk is, blijkt de toestand bedenkelijk. De tijd schijnt echter te willen beteren. Men heeft zoozeer misbruik gemaakt van de prachtuitgave met beperkte oplage, dat vele liefhebbers er door ontzenuwd zijn en zich, buiten de gewone drukken, bepalen tot die ernstige, welverzorgde prachtuitgaven, van voor