STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

WET van 17 Januari 1952, houdende naturalisatie van Marcellus Emiel Marie de Dobbelaere en 22 anderen.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van Marcellus Emiel Marie de Dobbelaere en 22 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging — wat betreft de in de artikelen 2 en 3 genoemden voor zoveel doenlijk — van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 3 der wet van 12 December 1892 ( Staatsblad No. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 Augustus 1949 ( Staatsblad No. J 359);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:

1 ° Marcellus Emiel Marie de Dobbelaere, geboren te IJzendijke (Zeeland) 26 Januari 1901, landbouwer, wonende te IJzendijke, provincie Zeeland;

2°. Dirkje van Eyck, geboren te Echten, gemeente Lemsterland (Friesland) 25 Juli 1881, weduwe van Gottfried Jiirgens, zonder beroep, wonende te Hengelo, provincie Overijssel;

3°. Bernard Hendriks, geboren te Crumbach (Duitsland) 9 Mei 1900, monteur-machinemeester, wonende te Renkum, provincie Gelderland;

4°. Paul Kamp, geboren te Dortmund (Duitsland) 27 October 1909, bedrijfsleider, wonende te Zwolle, provincie Overijssel;

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 50/51, 2248; Bijl. Hand. II 51/52, 2248; Hand. II 51/52, bladz. 1273; Bijl. Hand. I 51/52, 2248; Hand. I 51/52, bladz. 108.