b. de verzekeraars, te wier behoeve de onder a. bedoelde personen bij het tot stand brengen van verzekeringen hebben bemiddeld:

c. de tussenpersonen, te wier behoeve de onder a. bedoelde personen in de hoedanigheid van sub-agent bij het tot stand brengen van verzekeringen hebben bemiddeld.

2. Verzekeraars en tussenpersonen zijn verplicht op eerste verzoek van daartoe door de Minister van Financiƫn bevoegd verklaarde personen inzage te verstrekken van alle tot hun administratie behorende boeken en bescheiden, waarvan de Sociaal-Economische Raad de inzage wenselijk oordeelt voor de controle en de richtige naleving van de bepalingen dezer wet.

IV. Van de titulatuur van de tussenpersonen Artikel 13

1. Het is aan tussenpersonen verboden, bij hun optreden als zodanig, een andere titel te voeren dan die, waartoe zij, blijkens hun inschrijving in een der registers, gerechtigd zijn.

2. Het is aan verzekeraars verboden voorstellen tot het sluiten van verzekeringen, welke hen door bemiddeling van een tussenpersoon bereiken, in behandeling te nemen, zolang zij niet in het bezit zijn van een schriftelijke opgave van die tussenpersoon, vermeldende de titel, waarop hij, blijkens zijn inschrijving in een der registers, aanspraak heeft, met vermelding tevens van het jaar en het nummer van zijn inschrijving, dan wel van een schriftelijke mededeling van die tussenpersoon, dat hij de Sociaal-Economische Raad tenminste een maand tevoren bij aangetekende brief verzocht heeft zijn naam in te schrijven in Register D en dat hij sindsdien geen afwijzende beschikking op zijn verzoek tot inschrijving heeft gekregen.

3. Het is aan tussenpersonen verboden voorstellen tot het sluiten van verzekeringen, welke hen door bemiddeling van een sub-agent bereiken, in behandeling te nemen, zolang zij niet in het bezit zijn van een schriftelijke opgave van die sub-agent, vermeldende de titel, waarop hij, blijkens zijn inschrijving in een der registers, aanspraak heeft, met vermelding tevens van het jaar en het nummer van zijn inschrijving, dan wel van een schriftelijke mededeling van die subagent, dat hij de Sociaal-Economische Raad tenminste een maand tevoren bij aangetekende brief verzocht heeft zijn naam in te schrijven in Register D en dat hij sindsdien geen afwijzende beschikking op zijn verzoek tot inschrijving heeft gekregen.

4. De in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde opgaven en schriftelijke mededelingen scheppen een rechtsvermoeden van inschrijving of van verzoek tot inschrijving, als daarin aangeduid, behoudens bewijs van het tegendeel.

5. De verboden, neergelegd in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel, gelden niet, wanneer de in het eerste en tweede lid