STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

vaststelling van een algemene maatregel van bestuur inzake het instellen van een commissie, alsmede van de mogelijkheid van beroep tegen beslissingen van die commissie, als bedoeld in artikel 7 van de Garantiewet Militairen K.N.l.L. (Stb. 1951, 239), BESLUIT van 1 Februari 1952, houdende

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Staatssecretaris voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen van 14 December 1951, Afdeling Mil. Pers. Zaken, No. 30;

Gelet op artikel 7 van de Garantiewet Militairen K.N.l.L., alsmede op Ons Besluit van 22 Juni 1950 ( Staatsblad K 262).

De Raad van State gehoord (advies van 8 Januari 1952, No. 76);

Gezien het nader rapport van 24 Januari 1952, Afdeling Militaire Personeelszaken, No. 40;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

„Militairen”, „beroepsmilitairen”, „gewezen militairen” en „nagelaten betrekkingen”:

hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Garantiewet Militairen K.N.l.L.;

„Commissie”: de Commissie bedoeld in artikel 7 van de Garantiewet Militairen K.N.l.L.

Artikel 2

Als Commissie treedt op de te ’s-Gravenhage gevestigde Commissie, bedoeld in artikel 2 van Ons besluit van 22 Juni 1950 ( Staatsblad K 262), met dien verstande, dat voor de behandeling van zaken de Garantiewet Militairen K.N.l.L. betreffende, de leden en de plaatsvervangende leden door andere leden en plaatsvervangende leden kunnen worden vervangen.