Het Staatsvissershavenbedrijf is evenmin aansprakelijk, indien schade voor de gebruiker mocht ontstaan bij toepassing van aan de directeur of de helling- en dokmeester in dit besluit gegeven bevoegdheden.

Artikel 14

De helling- en dokmeester bepaalt het tijdstip, waarop een vaartuig de helling of het dok zal verlaten, in verband met de omstandigheden van tij, weer en wind en met de toestand van het vaartuig. Hij geeft vóór, tijdens en na het gebruik de nodige orders tot handhaving van orde en veiligheid, alsmede ter voorkoming van schade aan de hellingen en het dok.

Bij niet-opvolging van deze orders kan de directeur de vaartuigen alsook de in gebreke zijnde personen de hellingen of het dok doen verlaten, onverminderd de verplichting tot betaling van verschuldigde rechten en vergoedingen. De directeur is mede bevoegd bedoelde personen de toegang tot of het gebruik van de hellingen of het dok gedurende een door hem te bepalen tijd te ontzeggen.

Artikel 15

Voor het gebruik van de hellingen en het dok met bijbehorende inrichtingen worden de volgende rechten geheven:

A. voor het gebruik van de hellingen en het dok:

I. voor vissersvaartuigen:

1°. voor elk vaartuig een vastbedrag van f36,—, tenzij meer dan één vaartuig tegelijk op een helling of in het dok wordt opgenomen, in welk geval dit bedrag wordt verminderd tot f 30,— voor elk opgenomen vaartuig;

2°. voor elk vaartuig bovendien een bedrag van f 0,18 per m 3 bruto-inhoud voor het eerste etmaal of gedeelte daarvan (met een minimum van f 24,—) en van f 0,09 per m 3 bruto-inhoud voor elk volgend half etmaal of gedeelte daarvan (met een minimum van f 12,—) tenzij het vaartuig alleen voor inspectie is drooggezet en niet langer dan zes uur van helling of dok gebruik wordt gemaakt, in welk geval het recht f 0,15 per m 3 bruto-inhoud bedraagt.

II. voor andere dan onder I genoemde vaartuigen:

1°. voor elk vaartuig een vast bedrag van f40,—, tenzij meer dan één vaartuig tegelijk op een helling of in het dok wordt opgenomen, in welk geval dit bedrag wordt verminderd tot f 35,— voor elk opgenomen vaartuig;

2’. voor elk vaartuig bovendien een bedrag van f0,20 per m 3 bruto-inhoud voor het eerste etmaal of gedeelte daarvan (met een minimum van f27,—) en van f 0,10 per m 3 bruto-inhoud voor elk volgend half etmaal of gedeelte daarvan (met een minimum van f 13,50) tenzij het vaartuig alleen voor inspectie is drooggezet en