STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

stelling van een algemene maatregel van bestuur en aanwijzing van een adviescommissie, als bedoeld in artikel 6 van de Wet van 25 April 1951 (Stb. 132), houdende voorzieningen ten aanzien van zeelieden, die in Azië in gevangenschap zijn geraakt. BESLUIT van 29 Februari 1952 tot vastWij

JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat van 5 December 1951, No. 306.068/J/8/8/4, Directoraat-Generaal van Scheepvaart, van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 5 December 1951, No. 5279, Afdeling Sociale Verzekering, en voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen van 8 December 1951, No. 32, Afdeling Sociale en Ambtenarenzaken, en de Staatssecretaris voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen;

Gelet op artikel 6 van de Wet van 25 April 1951 ( Staatsblad 132), houdende voorzieningen ten aanzien van zeelieden, die in Azië in gevangenschap zijn geraakt;

De Raad van State gehoord (advies van 15 Januari 1952, No. 27);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 30 Januari 1952, No. 315.225/J/8/8/4, Directoraat-Generaal van Scheepvaart, van 15 Februari 1952, No. 759, Afdeling Sociale Verzekering, en van 20 Februari 1952, No. 56, Afdeling Sociale en Ambtenarenzaken, en de Staatssecretaris voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen;

Flebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. „de Wet”: de Wet van 25 April 1951 ( Staatsblad 132), houdende, voorzieningen ten aanzien van zeelieden, die in Azië in gevangenschap zijn geraakt;

b. „Onze Minister”: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

c. „belanghebbende”: degene, die overeenkomtig artikel 6 van de Wet bij Onze Minister een bezwaarschrift indient.