STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

BESLUIT van 8 Maart 1952, houdende nadere herziening van het Salarisbesluit M.N.O. (2e Wijzigingsbesluit Salarisbesluit M.N.O.)

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Binnenlandse Zaken, van Financiën en van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 Januari 1952, no. 6513 II, afdeling Nijverheidsonderwijs;

Overwegende, dat het wenselijk is gebleken, in verband met de invoering van lessen van 50 minuten aan alle nijverheidsscholen, wijziging te brengen in Ons besluit van 30 November 1948, Staatsblad no. 1517 (Salarisbesluit M.N.O.), zoals dat werd gewijzigd bij Onze besluiten van 19 December 1950, Staatsblad no. K 585, en van 27 December 1950, Staatsblad no. K651;

Gehoord de Salariscommissie ad hoe, ingesteld bij beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken van 13 October 1945, no. 5336/R, afdeling Ambtenarenzaken;

De Raad van State gehoord (advies van 19 Februari 1952, no. 22);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 29 Februari 1952, no. 237820, afdeling Nijverheidsonderwijs;

Hebben goedgevonden en verstaan:

In de artikelen van het Salarisbesluit M.N.O. worden de volgende wijzigingen aangebracht:

Artikel 10 wordt gelezen:

1. Van de wedde van de directeur, de leraar of de beambte, die Artikel ïo in tijdelijke dienst is aangesteld, wordt bij wijze van spaarpremie Spaarpremie vier ten honderd ingehouden. De spaarpremie wordt tegoed ge- inhouding en schreven totdat de tijdelijke dienstbetrekking een einde neemt of de renteberekening betrokkene ambtenaar in de zin van de Pensioenwet 1 922 (Staatsblad no. 240) wordt.

Artikel I