STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

. 196

WET van 23 April 1952 tot vaststelling van het slot der algemene rekening van Rijksontvangsten en -uitgaven, het slot der rekeningen, bedoeld in artikel 87, derde lid, en het slot der rekeningen van takken van Rijksdienst, bedoeld in artikel 88 der Comptabiliteitswet ("Stb. 1927, no. 259) over het dienstjaar 1946.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 90 der Comptabiliteitswet ( Staatsblad 1927, No. 259), het slot der algemene rekening van Rijksontvangsten en -uitgaven, het slot der rekeningen, bedoeld in artikel 87, derde lid, en het slot der rekeningen van takken van Rijksdienst, bedoeld in artikel 88 der Comptabiliteitswet ( Staatsblad 1927, No. 259), bij de wet moeten worden vastgesteld;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De algemene rekening van alle Rijksontvangsten en -uitgaven over het dienstjaar 1946 wordt vastgesteld als volgt:

Titel A. Gewone dienst.

Ontvangsten . . . . f 2 637 278 093,70 5 Uitgaven ..... 2 205 254 585,87 Voordelig slot ... f 432 023 507,83 5

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Bijl. Hand. II 51/52, 2425; Hand. II 51/52, bladz. 2123; Bijl. Hand. I 51/52, 2425; Hand. I 51/52,.bladz. 692.