wordt verhoogd met: Paragraaf 2. Comptabiliteit. Artikel 8 Personeelsuitgaven..........ƒ 3 000 Paragraaf 3. Personeel. 10 Personeelsuitgaven.......... 5 000 Onderafdeling III. UITGAVEN VAN ALGEMENE AARD VAN HET MINISTERIE. 15 Representatiekosten......... 2 500 16 Aanschaffing van kantoormeubilair, -machines en stoffering........ 3 500 Onderafdeling IV. OVERIGE UITGAVEN. 24 Bijdragen voor inkoop van diensttijd voor pensioen.............. 91 373 25 Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren als bedoeld in artikel 7, derde lid, der Comptabiliteitswet (Staatsblad 1927, no. 259)....... 134 000 25A Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren waarvoor op het tijdstip der afsluiting van de dienst, waartoe zij behoorden, op de artikelen, ten laste waarvan zij bij tijdige verevening gebracht hadden moeten worden, de nodige gelden niet beschikbaar waren............... 72 000 AFDELING II. ARBEIDERSBESCHERMING. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 27 Personeelsuitgaven.......... 1 000 Onderafdeling II. ARBEIDSINSPECTIE EN INSPECTIE VAN DE HAVENARBEID. 38 Personeelsuitgaven.......... 28 000 39 Algemene uitgaven.......... 14 000 AFDELING III. ARBEIDSVERHOUDINGEN. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 43 Personeelsuitgaven.......... en mitsdien gebracht op: ƒ 352 971 88 256 8 500 41 500 291 373 159 000 132 000 60 820 1 956 334 488 850 2 500 61 166