STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

No. 222

BESLUIT van 23 April 1952 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 16 Februari 1940 (Stb. 565) tot vaststelling van een algemeen reglement voor de scheepvaart ter beveiliging van beweegbare spoorwegbruggen, gelegen in door de N.V. Nederlandsche Spoorwegen geëxploiteerde spoorwegen, welke geen tramwegen zijn.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 13 Maart 1952, no. V-l/034201, Directoraat-Generaal van het Verkeer;

De Raad van State gehoord (advies van 1 April 1952, no. 54);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 9 April 1952, no. V-1/035040, Directoraat-Generaal van het Verkeer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

I. In artikel 4 (2) van het Koninklijk besluit van 16 Februari 1940 ( Staatsblad No. 565) wordt in plaats van „Op de bruggen, behoorende tot groep A, worden de volgende seinen gegeven” gelezen:

De seingeving ten aanzien van de bruggen, behorende tot groep A, geschiedt als volgt: .

In artikel 4 (3) wordt in plaats van „Op de bruggen, behoorende tot groep B, worden de volgende seinen gegeven:” gelezen: De seingeving ten aanzien van de bruggen, behorende tot groep B, geschiedt als volgt:.

Aan het slot van dit lid wordt toegevoegd:

Bij deze groep bruggen kunnen des daags ook de voor des nachts voorgeschreven lichtseinen, genoemd onder a, b en c, gegeven worden onder achterwegelating van de voor des daags voorgeschreven seinen.