verhoogd verminderd en mitsdien met: met: gebracht op: Afdeling II Afdeling II...... ... ƒ 450 ƒ 15 480 Onderafdeling V . . . ... 450 15 480 Afdeling III Afdeling III..... . . . 24 670 000 32 070 500 Onderafdeling II Onderafdeling II . . . . . . 24 650 000 31 985 500 Paragraaf 2 ..... . . . 25 000 000 30 345 000 Paragraaf 3..... ƒ 20 000 470 800 Paragraaf 4 ..... 330 000 1 169 700 Onderafdeling IV . . . . . . 20 000 85 000 Afdeling IV Afdeling IV..... . . . 2 690 18 690 Onderafdeling IV...... 2 690 II. Kapitaalsuitgaven 18 690 Afdeling II Afdeling II..... 284 000 518 500 Onderafdeling II . . . 284 000 168 500

Artikel VIII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 16, 22, 63 en 78 van de Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259) kunnen ten laste van de in deze wet genoemde begrotingsartikelen uitgaven worden gedaan, ter verevening worden aangevraagd en worden verevend tot uiterlijk de veertiende dag na de inwerkingtreding dezer wet.

Voorts kan binnen het in het vorige lid aangegeven tijdvak artikel 24 van de Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259) worden toegepast op de daarvoor aangewezen artikelen van het bij deze wet gewijzigde hoofdstuk van de Rijksbegroting.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 8 Mei 1952.

JULIANA.

De Minister van Economische Zaken,

VAN DEN BRINK.

Uitgegeven de drie en twintigste Mei 1952.

De Minister van Justitie, H. MULDERIJE.