STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

WET van 15 Mei 1952, houdende wijziging van het Achtste Hoofdstuk B der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1952 (Departement van Marine). (Financiering aanbouw vaartuigen voor de Koninklijke Marine.)

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzakelijkheid is gebleken van een wijziging van hoofdstuk VIII B (Departement van Marine) der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1952, vastgesteld bij de wet van 14 Maart 1952, Staatsblad 119;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

In hoofdstuk VIII B der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1952 worden de volgende artikelen ingevoegd:

In: TITEL B. BUITENGEWONE DIENST II. KAPITAALSUITGAVEN AFDELING III. DIENST VAN HET MATERIEEL Onderafdeling II. SCHEPEN EN VAARTUIGEN Paragraaf 1. Aanbouw en aanschaffing achter artikel 111: Artikel lila Aanbouw van 32 mijnenvegers . . ƒ 174 400000 waarvan ten laste van derden 18 stuks.......... 98 100000 zodat wordt uitgetrokken.........ƒ 76 300 000 Aangewezen voor toepassing van artikel 24 der Comptabiliteitswet (Staatsblad 1927, no. 259).

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 51/52, 2532; Hand. II 51/52, bladz. 2219 t/m 2220; Bijl. Hand. I 51/52, 2532; Hand. I 51/52, bladz. 862 t/m 863.

Artikel I