reinen — welke schadevergoedingen zijn vastgesteld overeenkomstig de goedgekeurde schattingsrapporten — komen ten laste van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

3. De betaalbaarstelling aan elke pachter van de in voorgaande alinea bedoelde schadevergoeding zal vanwege het Ministerie van Verkeer en Waterstaat geschieden, nadat een declaratie in tweevoud in goede orde is ingeleverd, ingericht volgens te verstrekken model.

Artikel 3.

De wederzijdse afgestane gronden worden terstond in genot aanvaard, met dien verstande, dat de pachtinkomsten van de gronden ten voordele blijven van de vóór het opmaken van deze akte daartoe gerechtigden en wel tot het tijdstip, in artikel 2 lid 1 genoemd.

Artikel 4.

De grondlasten, welke van de afgestane gronden worden geheven, zijn van 1 Januari 1952 af en de op die gronden rustende waterschapslasten van 1 Juli 1951 af ten laste van de nieuwe verkrijgers.

Artikel 5.

Verschil tussen de werkelijke grootten en de hiervoren onder I en II vermelde grootten der wederzijds afgestane onroerende goederen zal tot generlei vordering of verrekening aanleiding geven.

Artikel 6.

1. De betaling van het aan het Kroondomein toekomende bedrag ad f 19 649,60, hiervoren onder III breder omschreven, verhoogd met een rentevergoeding berekend naar 4 % ’s jaars van 1 Januari 1952 af tot aan de dag van de voldoening, zal geschieden binnen vier weken na de dagtekening van het Staatsblad, waarin de wet tot goedkeuring van deze akte is opgenomen, nadat een declaratie in tweevoud bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat door het Kroondomein zal zijn ingediend, ingericht volgens te verstrekken model.

2. Na de verrichte betalingen, als vorenbedoeld, verlenen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Kroondomein elkander volkomen kwijting en décharge met betrekking tot hetgeen bij deze akte is overeengekomen.

Aldus in drievoud opgemaakt en getekend ter respectieve woonplaatsen de 21 November 1951.

De Inspecteur der Domeinen (get.) Revelman

De Rentmeester van het Kroondomein (get.) L. van Lennep

De Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Benedenrivieren (get.) J. W. de Vries.