keuring, bedoeld in artikel 23, onder j, heeft bepaald, dat zij niet voor vergoeding in aanmerking komen. Indien de grond in erfpacht is verkregen, is de vergoeding voor de kosten van de grond gelijk aan de erfpachtscanon.

2. Indien het gebouw door de instelling of vereniging is gekocht, dan wel bij legaat of erfstelling is verkregen, indien het haar is geschonken of kosteloos ter beschikking is gesteld, alsmede indien het gebouw of de schoollokalen door het bestuur zijn gehuurd, wordt de vergoeding, bedoeld in het eerste lid bepaald op het bedrag der geschatte huurwaarde, met dien verstande, dat de vergoeding niet overschrijdt het bedrag, waarop het bestuur bij toepassing van het eerste lid aanspraak zou hebben gehad, indien ter plaatse, waar de kweekschool is gevestigd en ten tijde, waarop zij in gebruik is genomen, met vermijding van alle onnodige uitgaven een gebouw voor die school zou zijn gesticht.

3. De schatting van de huurwaarde en de vaststelling van het aan het slot van het vorige lid bedoelde bedrag geschieden door een commissie van drie deskundigen, van wie één door Onze Minister, één door de Onderwijsraad en één door het schoolbestuur wordt benoemd. Het Rijk draagt de kosten van de schatting.

4. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Wordt geen meerderheid verkregen, dan worden de huurwaarde en het aan het slot van het tweede lid bedoelde bedrag bepaald op het gemiddelde der drie schattingsopgaven. Van het rapport der commissie wordt binnen een week na de schatting een exemplaar aan Onze Minister en aan het schoolbestuur gezonden.

5. Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van de dag, waarop de commissie van schatters heeft beslist, kan het schoolbestuur van die beslissing bij Ons in beroep komen. Wij beslissen na Ons door twee door Onze Minister aan te wijzen andere deskundigen te hebben doen voorlichten.

6. Indien Onze Minister de vergoeding, waarop het schoolbestuur op grond van de beslissing van de commissie van schatters aanspraak zou hebben, te hoog acht, kan hij deze bij een met redenen omkleed besluit verlagen.

7. Van zijn in het vorige lid bedoeld besluit zendt Onze Minister binnen een week een afschrift aan het schoolbestuur. Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van de dag, waarop het afschrift is toegezonden, kan het bestuur daarvan bij Ons in beroep komen.

8. Het bepaalde in het tweede tot en met het zevende lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van terreinen voor het onderwijs in de lichamelijke oefening.

Artikel 27

1- De vergoeding, welke strekt ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 24, onder c, alsmede ter bestrijding van de overige kosten der kweekschool voor zover deze meer belopen dan de in