Artikel 63

1. De procureurs worden bij de rechtbank waarbij zij verlangen te worden ingeschreven, op requisitoir van het openbare ministerie beëdigd.

2. Zij leggen dezelfde eed of belofte af als de advocaten, met toevoeging aan het formulier van eedsaflegging van de woorden „alsmede dat ik mijn plichten als procureur getrouw zal vervullen”.

3. De procureurs, die reeds als advocaat beëdigd zijn, leggen de volgende eed (belofte) af:

„Ik zweer (beloof), dat ik mijn plichten als procureur getrouw zal vervullen”.

Artikel 64

De artikelen 2, derde lid, en 4 tot en met 9 zijn op de procureurs van overeenkomstige toepassing.

Artikel 65

De procureurs oefenen hun functiën uit overeenkomstig de wet op de rechterlijke organisatie, het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en de orde door de gerechtshoven en rechtbanken, indien nodig, voor de inwendige dienst voor te schrijven, alsmede overeenkomstig de bijzondere wetten en besluiten.

Artikel 66

De artikelen 12, eerste tot en met derde en vijfde lid, en 16 zijn op de procureurs van overeenkomstige toepassing.

Artikel 67

De procureurs mogen, daartoe volgens deze wet geroepen of aangewezen, hun dienst niet weigeren.

Artikel 68

Zij zijn gehouden in persoon, of in geval van afwezigheid of belet, door een andere procureur vertegenwoordigd, zich in hun costuum op de terechtzittingen te laten vinden, wanneer hun zaken worden opgeroepen; zij zullen verder in de zaken, aan hen opgedragen, aanwezig moeten zijn bij al die handelingen, waarbij de wet hun tegenwoordigheid vereist.

Artikel 69

Waar in de artikelen 17—60 van de advocaten wordt gesproken, zijn de procureurs daaronder begrepen.

§ 6. Van het bureau van consultatie

Artikel 70

1. In elk arrondissement wordt een bureau van consultatie ingesteld, ten minste uit drie advocaten bestaande, te benoemen door de