werkelijke dienst is, als arbeider in de zin van de Ziektewet beschouwd.

2. De noodwachter, die tot de aanvang van de werkelijke dienst krachtens een wet voor de toepassing van het Ziekenfondsenbesluit en zijn uitvoeringsbesluiten gold als verzekerde in de zin van de Ziektewet, blijft, zolang hij in werkelijke dienst is, voor die toepassing als zodanig gelden.

Artikel 18

De noodwachter wordt, zolang hij in werkelijke dienst is, als werkman in de zin van de Ongevallenwet 1921 beschouwd.

Artikel 19

De noodwachter, die tot de aanvang van werkelijke dienst verzekerd was ingevolge de Kinderbijslagwet, wordt, zolang hij in werkelijke dienst is, als arbeider in de zin van de Kinderbijslagwet beschouwd.

Artikel 20

1. Bij werkelijke dienst, met uitzondering van oefening, worden de beloning en de uitkeringen bij derving van loon of inkomsten, bedoeld in artikel 14, onder b en d, als loon in de zin van de Ziektewet, de Ongevallenwet 1921 en de Kinderbijslagwet beschouwd.

2. Bij oefening wordt de vergoeding van of tegemoetkoming in de kosten, bedoeld in artikel 14, onder c, niet als loon in de zin van de Ziektewet, de Ongevallenwet 1921 en de Kinderbijslagwet beschouwd.

3. Bij oefening wordt voor de toepassing van de Ongevallenwet 1921 als loon beschouwd hetgeen de noodwachter, indien de werkelijke dienst geen oefening ware, als beloning en als uitkering bij derving van loon of inkomsten zou ontvangen.

Artikel 21

1. Voor de toepassing van de Ziektewet wordt bij oefening het dagloon in de zin van die wet gesteld op het bedrag, gelijk aan het dagloon, dat voor de noodwachter zou gelden in geval van ziekte, onmiddellijk aan de oefening voorafgaande.

2. Voor de toepassing van artikel 25, tweede en derde lid, der Kinderbijslagwet wordt bij oefening het loon geacht per dag gelijk te zijn aan het bedrag, in voornoemd derde lid vermeld.

Artikel 22

Voor de toepassing van de Ziektewet, de Ongevallenwet 1921 en de Kinderbijslagwet wordt ten aanzien van de noodwachters het Rijk als werkgever beschouwd. Voor wat betreft de werkelijke dienst wordt het Rijk geacht in een onderneming een verzekeringsplichtig bedrijf uit te oefenen in de zin der Ongevallenwet 1921.